Grote Kerk

Grote Kerk

De Grote of St. Jacobskerk dateert in zijn huidige vorm uit de 15de eeuw. Opmerkelijk zijn de kloeke zeshoekige toren, het schip van het zgn. Haagse hallentype met zijn sobere puntgevels en het hoge koor met zijn kooromgang en het sierlijke torentje op het dak.

Bezoekers hebben van alle zijden vrij zicht op de Grote Kerk. Van de vele vaak, charmante aanbouwsels in vroegere tijden, zoals de woningen die op oude prenten zichtbaar zijn, zijn alleen de voormalige kosterswoning (thans kantoor van de Grote Kerk), de Van Assendelftkapel en het daaraan grenzende restaurantgebouw overgebleven.

In de loop der eeuwen hebben velen hun bewondering voor het gebouw uitgesproken, zoals de Haagse rechtsgeleerde Jacob van der Does die zijn lofdicht aldus begon: Het is een schoon gebouw dat voor driehonderd jaren is opgebouwd om tot de godsdienst te vergaren. Er bestaan ook interieurschilderingen van de Grote of Sint Jacobskerk, zoals van Albertus Frese (circa 1755), maar deze zijn zeldzaam.

Het weidse schip met zijn prachtige houten tongewelven telt aan weerszijden drie zware zuilen. Zowel aan noord- als zuidzijde zijn drie kapellen, even hoog als het schip en eveneens met houten tongewelven overdekt.

In- en uitwendig is er de markante tegenstelling tussen het schip en het rijzige koor, dat laatste een prachtig voorbeeld van de zgn. Brabantse late gotiek, gekenmerkt door slanke zuilen die voorzien zijn van kapitelen (versierde bekroningen) met dubbele bladkransen. Het eveneens met hout overwelfde hoogkoor heeft een omgang met stenen stergewelven.
In de beide hoeken tussen het koor en het schip bevinden zich aan beide zijden kapellen, de Mariakapel aan de noordzijde en de H. Kruiskapel aan de zuidzijde, elk weer met houten tongewelven.

Op de plaats van de huidige Grote Kerk stond al in de 13de eeuw een houten kapel, genoemd naar haar schutspatroon Jacobus de Meerdere. Deze zoon van Zebedeüs geldt als een van de vurigste apostelen die het evangelie tot in het noordwesten van Spanje, het einde van de wereld, heeft verbreid. Na zijn marteldood in Palestina hebben, volgens een legende, engelen zijn stoffelijk overschot naar Spanje gevoerd. Volgens een andere legende zou zijn overschot, overdekt met jakobsschelpen op de Galicische (Noord-Spaanse) kust zijn aangespoeld. Een ster gaf de plaats aan (campus stellae of Compostela) waar een kerk moest worden gebouwd. Santiago (Sint Jacobus) de Compostela was, naast Jeruzalem en Rome, de beroemdste bedevaartplaats van de Middeleeuwen en trekt nog steeds duizenden pelgrims en andere belangstellenden uit de hele wereld.

De houten Haagse St. Jacobskapel, die diende als bijkerk van de parochie in Monster, werd rond 1280, door toedoen van graaf Floris V, vervangen door een houten kerk. Den Haag vormde toen een zelfstandige parochie, overigens onder patronaat van de abdij van Middelburg. Voor zijn eigen hofhouding liet de graaf bij de Ridderzaal de Hofkapel bouwen.

Rond 1335 is er sprake van een ‘grote kercke’, hetgeen duidt op een stenen gebouw. Het was nodig om het sterk groeiend aantal Hagenaars te bedienen. Tussen 1420 en 1424 verrees de unieke, zeskantige toren die tot op heden het stadsbeeld van Den Haag heeft bepaald. Daarna volgde de bouw van het schip (gereed in 1456) en het koor (rond 1492) in hun huidige vorm en omvang. Enkele graven van Holland, Albrecht van Beieren en Filips de Goede van Bourgondië, hebben de bouw in de verschillende fasen financieel gesteund. Veel bescheiden over die vroegste geschiedenis van de kerk zijn waarschijnlijk verloren gegaan bij de grote brand van 1539. Na de brand werden de zwaar beschadigde kerk en toren in dezelfde vorm hersteld. De toren kreeg een nieuwe bekroning in renaissancestijl.

In de 19de en 20ste eeuw werd de kerk enkele malen gerestaureerd. De zuilen van het schip herkregen hun 15de-eeuwse omvang. De preekstoel werd verplaatst naar de zuidelijke pijler bij de ingang van het koor. De 19de-eeuwse banken die in carrévorm om de kansel waren geplaatst, werden door stoelen vervangen. Het 18de-eeuwse koorhek werd verwijderd en gebruikt ter afsluiting van kapellen. En bij de laatste restauratie, in 1986-’87 werd de kerk aangepast aan het huidige multifunctionele karakter van het gebouw.

Het gebouw is eigendom gebleven van de Protestantse Gemeente ‘s-Gravenhage, die het openstelt voor velerlei activiteiten, zoals ontvangsten, tentoonstellingen en beurzen, culturele activiteiten en toeristisch bezoek. Bezoekers en gebruikers kunnen genieten van dit historische gebouw met zijn weidse ruimte en het bijzondere licht dat door de hoge ramen binnenvalt.

www.grote-kerk.nl

Reacties zijn gesloten.